6 december 2022
Flint
Amersfoort
 Home Programma Aanmelden Contact
Een dag om niet te missen...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wendy van Schaik, Contractmanager bij Waterschap Drents Overijsselse Delta te Zwolle en dagvoorzitter, opende de bijeenkomst en stelde vast dat de grote opkomst, ruim 550 deelnemers en een goed gevulde beurs, al bij voorbaat aangaf dat de Asfaltdag een belangrijk platform is waar de mensen uit deze bedrijfstak elkaar jaarlijks treffen.

Bitumen: productie en specificaties
Mike Southern, technisch directeur bij Eurobitume, de Europese organisatie van bitumen producenten en leveranciers, schetste hoe de Europese aanbieders van bitumen voorzien in de wensen van de afnemers. Na een technische uiteenzetting over het produceren van bitumen uit aardolie werd ingegaan op de Europese regelgeving op het gebied van gezondheid, veiligheid (REACh) en bouwregelgeving (CPR). Southern ging in op het proces van het tot stand komen van een specificatie voor bitumen. Dit resulteert uiteindelijk in Europese geharmoniseerde productnormen voor de diverse typen bitumen. Er werd nog eens op gewezen dat nog steeds de traditionele eigenschappen als verwekingspunt, penetratie en de viscositeit bij verschillende temperaturen een bitumen voldoende kunnen karakteriseren. De bindende eigenschappen van het bitumineuze bindmiddel worden toch vooral bepaald door de match tussen twee of meer grondstoffen in het asfalt. Nog steeds blijkt dat deze eigenschap moeilijk met een eenduidige test te bepalen is. In de nabije toekomst zullen vooral eigenschappen als weerstand tegen veroudering en, voor gemodificeerd bitumen, functionele eigenschappen een rol gaan spelen in de beschrijving van de specificaties.

Kantelt de wegenbouw?
De Rotterdamse hoogleraar Transitiekunde Jan Rotmans nam het publiek mee in de kanteling die de huidige samenleving ondergaat vanuit een meervoudige crisis. Daarbij signaleerde hij dat het proces van kanteling - het radicaal anders denken, anders doen en anders organiseren - aanvankelijk traag verloopt. Maar nu zijn we ons, na een voorontwikkelingsfase, langzaam bewust gaan worden dat het anders moet. Dit wordt duidelijk in allerlei onderdelen van de maatschappij: in de zorg, het onderwijs, energievoorziening et cetera. Hij legde de aanwezigen de vraag voor wat dit voor de bouw gaat betekenen. Ofschoon de bouw volop aan het vernieuwen is, vooral op projectniveau, blijft de innovatie achter bij andere sectoren. Rotmans signaleerde dat vernieuwingen nog te kleinschalig zijn en tot stand komen met te weinig partijen. Maar er bestaat een goede kans dat de huidige crisis dwingt tot een radicale vernieuwing. Daarbij speelt de overheid een faciliterende rol: zij moet consistent zijn in haar innovatiebeleid en daarbij een betrouwbare partner zijn die ruimte biedt voor innovaties. Als we sneller willen kantelen dan moeten er duidelijke en ambitieuze kaders worden gesteld, met heldere spelregels. Het vraagt om het afstemmen van ontwikkelingen in onderlinge samenhang. Rotmans heeft er vertrouwen in dat met een gekantelde organisatie in 15 jaar het Nederlandse wegennet echt kunnen verduurzamen.

Duurzaamheid
Het thema duurzaamheid werd ingeleid door Ton Kneepkens, directeur van TPA Nederland en tevens voorzitter van de Permanente Commissie Duurzaamheid (PCD) van de VBW.

In zijn introductie haakte hij in op de presentatie van Rotmans en beaamde dat verduurzaming in de wegenbouw nog tegen veel obstakels aanloopt die de innovaties remmen.

Naast duurzame innovaties zijn er ook andere milieuaspecten die de aandacht van de bedrijfstak vragen.

CROW publicatie 210 "Richtlijn omgaan met vrijgekomen asfalt"
Jan Hoeflaken, senior adviseur bij Rijkswaterstaat Leefomgeving, ging in op de nieuwe CROW-Richtlijn over het omgaan met vrijgekomen asfalt. Een brede vertegenwoordiging vanuit alle betrokken partijen – zowel overheid als bedrijfsleven - heeft gewerkt aan deze herziene versie van het document. Met deze nieuwe publicatie is het voor ieder duidelijk wat de verantwoordelijkheden en taken zijn als het gaat om op een verantwoorde manier met deze afvalstroom om te gaan.

Vooral de mogelijke aanwezigheid van teer vraagt om speciale aandacht. Het Nederlands beleid is er al jaren op gericht om teer uit de keten te verwijderen. Nederland beschikt – uniek in Europa - over een aantal installaties waar het teerhoudend materiaal thermisch wordt gereinigd. De nieuwe CROW-publicatie bevat een aantal protocollen die, wanneer toegepast, ervoor zorgen dat teerhoudend en niet teerhoudend materiaal via gericht onderzoek worden gelokaliseerd en vervolgens worden gescheiden.

Hoeflaken wees erop dat op deze manier wordt gewaarborgd dat het vrijgekomen asfalt, dat bij de asfaltcentrales voor recycling wordt aangeboden, teervrij is.

Het is nu zaak dat opdrachtgevers daadwerkelijk in hun bestekken de nieuwe CROW-publicatie 210 volgen zodat er geen discussie ontstaat over het afvoeren van TAG naar een inrichting voor thermische reiniging.

Een gericht communicatieprogramma zal in de komende maanden worden uitgevoerd om dit te realiseren. Ter ondersteuning daarvan is het programma Code Milieuverantwoord Wegbeheer verlengd. Met het ondertekenen van deze code committeren wegbeheerders zich aan de nieuwe CROW-Richtlijn. Zie hiervoor http://www.crow.nl/vakgebieden/infrastructuur/wegbeheer/code-milieuverantwoord-wegbeheer.

Circulaire Economie en asfalt
Laurens Smal, technologiemanager bij Dura Vermeer en lid van de Permanente Commissie Duurzaamheid (PCD) van de VBW, nam het publiek mee in zijn beschouwingen over hoe de bedrijfstak bij kan dragen aan het streven naar een duurzame samenleving binnen de kaders van een Circulaire Economie. De bedrijfstak wordt uitgedaagd om invulling te geven aan een economisch systeem waarin herbruikbaarheid centraal staat. Opdrachtgevers staan daarbij voor de vraag, hoe de ontwikkeling van verduurzaming in de richting van een Circulaire Economie feitelijk kan worden ingevuld.

Verduurzaming in asfalt vraagt dat alle betrokkenen een juist gevoel ontwikkelen op wat duurzaamheid is en hoe asfaltproducten en –constructies duurzaam kunnen worden ontworpen, geproduceerd, onderhouden, hersteld, verbeterd en ontmanteld. De door de VBW te ontwikkelen "hergebruiksladder" en het "afwegingsmodel grondstoffen" kunnen helpen dat juiste gevoel te krijgen.

Kernzaken: een slim ontwerp houdt rekening met minimalisatie van afval in alle stappen, met gemakkelijk onderhoud en herstel, met hergebruik en verbetering, met minder gebruik van grondstoffen en energie, met informatie over gebruikte hulpstoffen, en met vermindering van impact op mens en milieu.

Smal borduurde voort op de uitdaging van Rotmans om de wegenbouw in Nederland te laten kantelen.

Voor een effectief handelen in de zin van duurzaamheid zijn tenminste drie zaken van invloed:

  • De dynamische wereld geeft nieuwe inzichten, behoeften en mogelijkheden: "Vandaag is niet gisteren en morgen is weer anders";
  • en duurzaamheidsbeoordeling wordt gekleurd door perspectief en gekozen systeem terwijl de mate waarin iets gewenst of ongewenst is afhankelijk is van de dosering: "Kijk door de juiste bril naar de juiste dingen en zie geen mogelijkheden over het hoofd";
  • en veranderende wereld vraagt een proactieve houding om te kunnen overleven: "Wordt geen dinosaurus maar wordt een bouwer van de toekomst"

Met de juiste proactieve houding in het realiseren van verduurzaming zijn er kansen te over om ook te profiteren van de lucratieve kanten van verduurzaming: kostenbesparing, een verminderde afhankelijkheid van derden en een voedende samenwerking met tot dusverre nieuwe partijen.

Betrokkenen worden uitgenodigd om via de website "Asfaltblij.nl" hun ideeën in te brengen als reactie op de initiële documenten die voor de "hergebruiksladder" en het "afwegingsmodel grondstoffen" op de site zijn geplaatst. Ga hiervoor naar http://www.asfaltblij.nl/nieuws/de-vbw-hergebruiksladder-en-grondstoffenbruikbaarheid-checklist/.

DuboCalc en Nationale Milieu Database
Harry Roos, beleidsmedewerker bij de Vakgroep Bitumineuze Werken, presenteerde de eerste resultaten van een project dat is uitgevoerd met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland RVO en dat resulteert in een transparante en laagdrempelige methode voor het berekenen van LCA's voor asfaltmengsels. Als de bedrijfstak de kansen wil oppakken om opdrachtgevers te voorzien van duurzame oplossingen is het noodzakelijk om te beschikken over instrumenten waarmee de mate van duurzaamheid kan worden afgewogen zodat innovatieve aanbieders op deze markt zich kunnen profileren. Het op initiatief van de VBW en door EcoChain ontwikkelde systeem biedt deze mogelijkheid.

Een eerste resultaat werd gepresenteerd in de vorm van de milieuparameters van een dertigtal standaard asfaltmengsels zoals deze in Nederland worden toegepast. Deze dienen als input voor de Nationale Milieudatabase die op zijn beurt weer data levert om de milieuscore van infrastructurele bouwwerken dor te rekenen met bijvoorbeeld DuboCalc. Deze milieuparameters van de standaardmengsels zijn het resultaat van een branchebrede inventarisatie bij de asfaltmenginstallaties verspreid over Nederland. Dit heeft geresulteerd in een breed gedragen representatieve set van data. De ontwikkelde methode biedt tevens voor de individuele producenten de mogelijkheid hun bedrijfseigen innovatieve mengsels door te rekenen en de milieuparameters te vergelijken met de standaard referenties. Zo kunnen innovatieve producenten zich profileren en stappen worden genomen naar een verdere verduurzaming.

Groen, groener, groenst
Udo Waltman, directeur van SGS Search, confronteerde het publiek met de vraag hoever we in de bouw intussen gevorderd zijn met het implementeren van duurzaamheid.

Een inventarisatie onder de aanwezigen toonde aan dat duurzaamheid zeker leeft, maar dat het voor de branche vooral van belang is dat er wordt geluisterd naar wat de markt vraagt. Wat vragen de opdrachtgevers als het gaat om het invullen van duurzaamheid?  Helderheid daarover kan ertoe bijdragen dat hogere ambities worden gesteld, meer dan alleen het streven om het minder slecht te doen. Het zal de deur open zetten voor innovaties met een toegevoegde waarde aan het product door extra functies, die op hun beurt ervoor kunnen zorgen dat andere investeringen worden vermeden.

Samenwerking in de keten is in dat verband een belangrijke factor die zijn vruchten zal afwerpen

Technische regelgeving en Europa
Robbert Naus, Innovatiemanager bij Dura Vermeer en voorzitter van de Permanente Commissie Technische regelgeving en Europa (PCT) introduceerde het vervolg van het programma waarin aandacht werd besteed aan de regelgeving rond grondstoffen en bouwstoffen. De bedrijfstak richt zich de afgelopen jaren op het implementeren van de functionele benadering als het gaat om het ontwerpen en toetsen van asfaltmengsels, waarbij afstemming en overleg tussen bedrijfstak en opdrachtgevers onontbeerlijk is.

CE-markering
Door Jaap van der Heide, werkzaam bij Rijkswaterstaat GPO, ging in op de invulling van de CE-markering voor asfaltmengsels en wel vooral hoe binnen de kaders van de (Europese) regelgeving de informatieoverdracht geregeld is. De Verordening Bouwproducten (CPR) schrijft voor dat de producent verplicht is voor die producten die onder de verordening vallen een Prestatieverklaring (DoP) af te geven. In de praktijk blijkt er nog wel eens discussie te bestaan tussen contractpartners onderling en met Inspectie Leefomgeving en Transport ILT over welke informatie wel en welke niet via deze prestatieverklaring mag of moet worden uitgewisseld. Van der Heide liet aan de hand van de relevante regelgeving zien, hoe dit voor alle betrokken partijen naar tevredenheid kan worden opgelost.

Functionele benadering van vulstof
De rol die vulstof speelt in een asfaltmengsel is sinds jaar en dag bekend. Kees van der Plas, werkzaam bij Sibelco en lid van Technische Werkgroep van NEVUL, ging nader in op de ontwikkelingen die gaande zijn om vulstoffen op een andere manier te karakteriseren, gebruik makend van moderne laboratoriumtechnieken. Aan de hand van de resultaten van proeven met de Dynamic Shear Rheometer (DSR) werd aangetoond dat deze methode geschikt is om het effect van verschillende soorten vulstof op het mechanisch gedrag van een bitumen-vulstof mengsel te analyseren. De DSR biedt de mogelijkheid om de gelijkwaardigheid van mengsels vast te stellen en daarmee de uitwisselbaarheid van vulstoffen. Het zijn de eerste resultaten van een onderzoekproject dat wordt uitgevoerd door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de vulstoffabrikanten en de asfaltproducenten. In de volgende fase van het project wordt gezocht naar een standaardisering van de methode en het opstellen van criteria. Het biedt mogelijkheden om hiermee verdere invulling te geven aan het beheersen van de kwaliteit van het asfaltmengsel. Bij gebleken geschiktheid kan de methode onderdeel worden van de RAW systematiek voor het uitvoeren van een typetest.

Stroefheid
Hans Nugteren van Rijkswaterstaat GPO gaf informatie over de nieuwe meetmethode die RWS met ingang van 2017 gaat gebruiken voor het testen van de natte stroefheid: de Side Way Force (SWF). Aanleiding is de wens om te komen tot Europese harmonisatie. Nederland is het tiende land dat deze techniek gaat gebruiken. Het past ook in het beleid van RWS om het pakket uitvoerende taken in te krimpen. Een van de belangrijke voordelen van de nieuwe methode is dat de meting wordt uitgevoerd door een vrachtauto die met dezelfde snelheid als het overige verkeer meerijdt. Voor de kwaliteitsborging wordt gebruik gemaakt van de systematiek die in Duitsland is opgezet. Op die manier wordt er optimaal gebruik gemaakt van de kennis en ervaring die in het buitenland is opgebouwd. Met de VBW is overleg gestart om te zorgen dat de nieuwe methode probleemloos in lopende en nieuwe contracten kan worden opgenomen. Naast RWS zijn ook andere wegbeheerders geïnteresseerd om de nieuwe meetmethode te gaan gebruiken.

Hans Nugteren maakte van de gelegenheid gebruik om aandacht te vragen voor het nieuw verschenen digitale boek "Stroefheid op rijkswegen" waarin alle kennis op het gebied van stroefheid is vastgelegd door collega Erik Vos.

Beproeven, meten en kwaliteit
Alex van der Wall, hoofd InfraLinq van KWS Infra, besteedde aandacht aan het brede maatschappelijk belang dat als basis ligt aan de activiteiten van zowel de opdrachtgever als de aannemer wanneer het gaat om het realiseren van infrastructurele projecten. Of het nu gaat om stroefheid in bochten en tunnels gemeten met de SWF of om de functie die vulstof vervult uitgedrukt in de resultaten van de DSR-proef: uiteindelijk gaat het om te voldoen aan de primaire functionele behoefte van de weggebruiker om veilig, comfortabel en binnen de geplande tijd op de plaats van bestemming te komen. Steeds belangrijker wordt het dan ook dat helder gecommuniceerd wordt over de te leveren prestatie. Dat geldt zeker bij de nieuwe contractvormen en een zich terugtrekkende overheid. Daarnaast is het van belang dat data die van relevant zijn voor het kwalitatief uitvoeren van het project tijdig door de opdrachtgever ter beschikking worden gesteld.

Van de Wall pleitte ervoor om met dat doel zaken als specificatie en verificatie, volgens de functionele lijn, het onderwerp te maken van gestructureerd overleg tussen partijen. Bij voorkeur niet op het niveau van het project om dat daar vaak belangen spelen die het overleg kunnen frustreren. Een goed voorbeeld is het lopende overleg met RWS over het introduceren van de nieuwe meetmethode voor stroefheid dat ruim voor het introduceren in contracten centraal met de VBW wordt gevoerd.

Technisch epiloog
Robbert Naus keek terug en stelde vast dat wanneer het om innovaties gaat de bedrijfstak niet stil zit. Hij gaf in dat verband als voorbeelden bitumen uit lignine en de plastic weg. Tegelijkertijd concludeerde hij dat als het gaat om technische regelgeving er nog het nodige werk te verzetten blijft en dat daarbij ketensamenwerking een belangrijk goed is.

De dagvoorzitter Wendy van Schaik sloot de dag af met de vaststelling dat zij op de Asfaltdag ervaren had dat op deze bijeenkomst mensen uit de branche elkaar treffen die iets met elkaar te delen hebben en dat hier ook graag doen. Er zijn interessante zaken uitgewisseld zowel bij de presentaties maar zeker ook op de beursvloer. Zij keek terug op een geslaagde dag en vertrouwde erop dat deze dag in 2016 een even groot succes zal worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DISCLAIMER | © 2022 Vakgroep Bitumineuze Werken / Bouwend Nederland